Gente Di Mare en het ‘wat als..?’ dilemma
Roel Ysewyn en Tom Dejonghe in de Sevenstar Round Britain and Ireland Race
Wat doen acht dagen windstilte met een tweekoppige bemanning in een uithoudingsrace die zelfs ervaren professionele IMOCA-wereldzeilers mentaal zwaar en onvoorspelbaar vinden? “Je probeert rustig te blijven,” zegt Roel Ysewyn die met Tom Dejonghe op de Gente Di in voorbije zomer de Sevenstar Round Britain and Ireland startte.
“Dit is een wedstrijd in de eenentwintigste eeuw. Dus baseer je je in een extreem vaargebied op gegevens die een beetje stabiliteit brengen. Dat is nodig, want alles rolt en stampt en piept, flapt en kraakt. Zelfs om te slapen moet je je vasthouden. Niet eventjes. Altijd.”
Uitdagender dan een Transat
Roel Ysewijn pimpte zijn Grand Soleil 40 jaar na jaar. t’ Is te zeggen: ze kan nu in twee modi varen: de zo licht mogelijke lichte race-, en de wat comfortabelere cruise modus. Roel is ook een zeiler in hart en nieren en nog wel veel meer ingewanden. Vorig jaar nog vertelde hij dat hij het liefst diepzeezeilen op het hoogste niveau opzoekt. Publiek van de Clubavond hing met ingehouden adem aan zijn lippen.
Deelnemen aan de Sevenstar Round Britain and Ireland race is zoals als deelnemen aan een Transat, alleen is de meteo over deze route, laten we met een knipoog zeggen: Brits. Je weet met andere woorden niet wat je te wachten staat, want rond die eilandengroep tussen de Atlantische oceaan, Groenland en de Noordzee is klimatologisch alles mogelijk.
Zoals nu: vlak na de start in de Solent op 7 augustus schuift er een gi-gan-tische handvormige windstilte diagonaal over die Britse eilanden. Feitelijk tussen de Azoren en Finland. Tussen de vingers zit nauwelijks een pufje wind. Er is geen ontsnappen aan, tenzij voor de snellere IMOCA’s. Medallia met Pip Hare zeilt zich naar de vedettenstatus door met een gigantische omweg over bakboord de oceaan op, om rond het broeierige Ierland te varen.
Van weinig tot geen wind
Tot halfweg de Ierse westkust dobbert de vloot erop los. Aan boord van de Gente di Mare, volgens Roel een van de Cruisers in een IRC II vloot met aanzienlijk racier boten zoals Sun Fasts’ 3300, 3600 en JPK’s, gaat alles redelijk. Het duo kiest resoluut voor de optie om zo ver mogelijk van het vaste land weg te blijven. Roel: ”Er is iets fout met de tracker die ons op heel andere posities projecteert die de buitenwacht te zien krijgt. We sturen posities door naar de Raceorganisatie. Zo wordt de kaart op de racewebsite bijgewerkt, maar nauwkeurig is anders. We blijven toch in de buurt van die bakken en steken ze geregeld voor. Het is een haasje over spelletje.”
Op 11 augustus in de namiddag gaat de Gente di Mare overstag en koerst ons duo Noordwest, richting de Ierse Arran eilanden. De koers had bijna noord moeten zijn, maar ten westen van de layline staat er 0,3 knopen wind, misschien staat er dan wel meer ‘druk’ dichter bij de kust?
Het duo maakt ‘s nachts, wanneer er iets meer wind staat, veel goed. De windvoorspellingen geven aan dat er een nieuwe muur van windstilte ontstaat die dwars over de oceaan tot ver boven Galway gaat liggen niksen. Op 12 augustus geraakt Gente di Mare voorbij de westelijke bobbel van Ierland. Op naar Schotland. Maar de oceaan heeft hier duidelijk een irritant trekje. Golfslag. Gente di Mare rolt van 25° over stuurboord, naar even ver over bakboord. Permanent. De mannen slapen twee etmalen op de vloer. Gelukkig is er in de keuken voldoende reserve aan lekkers, naast het gevriesdroogd eten.
Referenties kwijt
Niet lang daarna sturen Tom en Roel een bericht naar huis. De opgekuiste versie hiervan gaat als volgt: nooit meer. “Hier moet een mens niet zijn.” Staat er. Ze proberen alles heel te houden, alles kost veel inspanningen. Het ergste van al: de recuperatie van de groeiende vermoeidheid blijft uit. “Nee,” zegt Roel, “geen betrouwbare informatie meer krijgen is nog veel erger.”
Roel: “Het weerverloop is al heel de periode van de race onbetrouwbaar geweest. Meteo-informatie wisselt ingrijpend, soms compleet om de drie uur. We wisselen zeilen om de haverklap. Bovendien spreekt de realiteit waar de Gente di Mare in vaart de online weerwaarnemingen gewoon tegen. Nu is er altijd wel een vorm van interpretatie die je achter je kaartentafel toepast. Door je ervaring ga je de diverse gegevens interpreteren en het resultaat is doorgaans bruikbaar. Je kan je daar op instellen met zeilvoering, rusten, koers aanpassen enz. Hier dus helemaal niet meer.”
Tot overmaat van ramp doet de Iridium hier er een half uur over om grib files binnen te trekken. Soms stopt die met onvolledige bestanden.
Sneller terug dan heen
Kortom? “De foutmarge waarop je je koers gaat uitzetten wordt gewoon veel te groot.” Zegt Roel met de lippen op elkaar. We moeten dan ook afrekenen met dichte mist. En de dreiging van een zone met 35 tot 50 knopen oostnoordoostenwind, alleen weten we niet wanneer die over ons gaat rollen. We zijn 120 mijl van de meest nabije haven. ”
En dan moet het moeilijkste nog komen. “Niet zozeer dat we besloten te stoppen en via de Orcadian Strait – bekend als de Pentland Firth- terug te keren. Dan ga je van janken naar colère. Veel zwaarder is het steeds te moeten denken: wat als we nu toch hadden doorgezet? Dàt knaagt.”.
Roel en Tom varen op 16 augustus, net voor de middag de jachthaven van Wick aan de Schotse oostkust in. Iets minder dan 24 uur nadat ze de race had laten weten dat ze eruit stapten.
“We hadden 16 à 17 dagen racen gepland, “voegt Roel er nog aan toe. “Na tien dagen was het voor ons over en uit. Vijf dagen daarna waren we weer thuis. 2200 Mijl op het log.”. Roel grijnst.
De Sevenstar Round Britain and Ireland race wordt georganiseerd door de RORC. De Gente di Mare zeilde in IRC Double Handed – 16 deelnemers.