Centennial. Léon Huybrechts won zeilgoud in de Olympische Spelen van 1924

België keert in1924 met drie gouden medailles van de Jeux Olympiques van Parijs terug. Behalve voor het boksen en het schermen is de derde, jawel, voor het zeilen. RYCB Icoon Léon Huybrechts glorieert.

Anders dan in de Olympische Spelen van 1920 van Antwerpen zou het Olympisch Comité het zeilprogramma voor Parijs, vier jaar later, aanzienlijk afslanken.

Want Oostende – waar de zeilnummers van 1920 werden gevaren- kampte ook met een tekort aan belangstelling. In 7 van de 14 klassen kwam maar één deelnemer opdagen, in drie kwamen er twee aan de start. Door windgebrek en  driftende boeien moest de 12-voetsjollen matchrace  opnieuw op  het IJsselmeer worden gezeild.

Parijs beperkte de deelnemende klassen tot de Monotype National de France, de 6 meter  JI en de 8 meter JI, waarbij JI staat voor Jauge Internationale. De organisatie stelt de Monotypes ter beschikking van 17 zeilers uit evenveel landen.
De meterklassen zeilen voor Le Havre de Monotype gaat bij de Cercle de la Voile in Meulan bij Parijs te water.

Huybrechts zeiler-inspirator

Leo Florentius Maria (Léon) Huybrechts (Antwerpen ° 11/12/1876 – + 9/02/1956) drukte geen  klein beetje zijn stempel heeft gedrukt op de zeilsport tot ver buiten onze grenzen.

Als RYCB-bestuurder en voorzitter verdedigde hij jarenlang het eenheidsklassezeilen door dik en dun. Want men moet met gelijke wapens op het strijdtoneel komen, vond hij.  Ook zeilopleiding is voor hem van kapitaal belang. Daarom schreef de RYCB  in 1912 een ontwerpwedstrijd uit voor een universele roei en zeilboot, geschikt voor opleiding, toervaren en regatta’s.  

Voorkennis: De Scheldejol

Zeiler Leopold Standaert won die wedstrijd met zijn tekening van de Monotype du RYCB, later Monotype d’Anvers en nog later Scheldejol.  De open, overnaads gebouwde spiegeljol van 5,5m loa, 1,9 m br. met een midzwaard van 1,1m diepgang voert een houari grootzeil en een fok, samen 11,5 m². De boot evolueerde naar een gereputeerde eenheidsklasse met hoge populariteit in België, Nederland en daarbuiten.

De Fransen hebben de Scheldejol goed bekeken. Ontwerper Gaston Grenier tekende de  variante 10 centimeter breder, voor  karveel- in plaats van overnaadse bouw en met spinnaker, om maar een paar details te noemen. Deze doorslag kreeg de naam Monotype National de France. Ze zit -eenmalig- als eenpersoonsklasse in het zeilnummer van 1924.

Enfin, bref: RYCB-voorzitter Léon Huybrechts kende de Scheldejol ‘à la Francaise’ goed. Hij droogde zijn 17 tegenstanders met brio af. 

Topzeiler

Léon Huybrechts nam vier keer aan de Olympische Spelen deel

  • In 1908: zilver in de Spelen van Londen in de 6-meter klasse.
  • In 1920: zilver in Oostende in de ‘nieuwe’ 6-meter klasse.
  • In 1924: goud  in Parijs als solozeiler in de National de France klasse.
  • En  in 1928 met een negende stek in Amsterdam in de 12 voetsjol. Deze “Karekiet” staat nu in het MAS depot. Ergens. 

Léon Huybrechts inspireerde topzeilers zoals André Nelis die op zijn beurt Olympische medailles behaalde in de Finn. Er staan nog steeds twee Scheldejollen in de Blekken Loods.