Lemsteraak de Wulp, icoon van de yachting in de Lage Landen en de RYCB
De vele levens van lemsteraak De Wulp
De Wulp is een meer dan een stukje yachtinggeschiedenis die nog na meer dan honderd jaar rondvaart. Zeer tot de tevredenheid van eigenaar en bemanning. Ze charmeert de al dan niet toevallig passerende bewonderaars. De Lemsteraak stond niet alleen model voor de Groene Draeck van het Nederlandse vorstenhuis. Ze overleefde de impact van de tropen. Ze werd met vakmanschap, geduld en veel passie gerestaureerd en ze maakt -niet in het minst- deel uit van het RYCB geheugen.
Begin van een dynastie
De watersport was al lang voor de Eerste Wereldoorlog aan haar opmars begonnen. Ook dan al dachten de zeilers internationaal. Voor de Lage Landen waren de rond- en platbodemschepen die furore hadden gemaakt als vissers, passagiers, dienst of vrachtschip populair voor de pleziervaart. Met name de Lemsteraak -waarvan de eerste in 1876 als vissermanuitvoering bij Gebr. De Boer in Friesland te water ging- kwamen de jachtuitvoeringen van deze sneller zeiler al vanaf 1907 op het water. Ook daarin was dezelfde werf uit Lemmer dus de pionier.
Katoen en zijde
Willy Fastenakel uit Antwerpen bestelde daar in 1912 een Lemsteraak (15 m. x 4,8 m. x 0,95 m.) waarvan er vier met dezelfde eigenschappen zullen worden afgewerkt. Waaronder de Primrose -snel omgedoopt in De Wulp- en de Salamander. Terwijl L. Herfurth de RYCB wimpel in top van zijn Salamander voerde, verkocht Fastenakel de Primrose aan een ander RYCB-lid die zoals velen ook lid was van de KNZ&RV: Antoine Franck. Vandaar de naamsverandering -tegen alle scheepstradities in- in De Wulp. In 1914 verkast Franck de Wulp naar Nederland om voor de hand liggende redenen. Twee jaar later gaat het schip over in de handen van L.M.A. Hoffman, de toenmalige voorzitter van de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging De Maas in Rotterdam. Met zeilnummer OA13 neemt ze deel aan diverse regatta’s. Er stond ca 120m² zeil op, exclusief een zijden (!) halfwinder.
Vier zuster-Lemsteraken van De Boer
#1: WULP (ex-Primrose, ex-Georgette / RYCB)
#2: Salamander (ex-RYCB)
#3: Thistle (foto r.)
#4 : Onrust
Terug naar Schelde en RYCB
Vervolgens gaat de Wulp weer over in handen van de Mechelse notaris W. Van de Walle, die er terug de RYCB wimpel op hijst. Opnieuw wordt de naam veranderd, deze keer in Georgette, de naam van de eigenaarsdochter. Het fraaie witte schip is te zien op foto’s in de RYCB- bijbel -Zeil en Stoom op de Schelde- van J. Van Beylen en C. Mermans. Het ligt netjes aangemeerd naast de boeier Nemrod vlak tegenover het eerste, houten clubgebouw op Linkeroever. In 1938 krijgt een model van de Wulp een ereplaats in de maquettekast van de club, waar het nog steeds te bewonderen is.
Amerikaanse droom dreigt nachtmerrie te worden
In 1963 gaat de Georgette via dokter Bron uit Sneek over in Amerikaanse handen van een piloot, ene Fryer. Van 1970 tot 1987 zeilt ze eerst rondom de US-Virgin Islands en vervolgens vanuit San Diego, Californië. Omwille van de zeileigenschappen laat Fryer er kimkielen onder lassen en het onderwaterschip dubbelen. In 1981 brand het interieur uit. Geluk bij een ongeluk: de eigenaar verving het donkerhouten interieur door een grenen. De oorspronkelijk betimmering lag netjes opgeslagen. De aftakeling gaat toch verder, ook wanneer het schip als bordeel naar de vergeethoek van de haven verhuist.
Fascinatie voor autenticiteit
Zes jaar later vindt M. Dekker haar in lamentabele toestand terug en laat ze als deklast weer naar Nederland verschepen. Ze verzeilt in de Historische Scheepswerf Wolthuis in Hoogezand. De scheepsbouwers stootten van de ene verrassing op de andere. Zo blijken de originele spanten en de aanvankelijke huidplaten zwaar door corrosie aangetast te zijn. De situatie lijkt hopeloos. Het is dan dat Joost Geise, de huidige eigenaar, de uitzonderlijke eigenschappen en bloedlijn van dit schip -dan amper nog die term waard- herkent en de kranige beslissing neemt haar te restaureren. Gelukkig konden vele delen van de aak en haar interieur behouden blijven en kon de Stofberg-werf in Enkhuizen, mede door een uitgebreide research van de nieuwe eigenaar de Wulp in een nagenoeg oorspronkelijke staat terugbrengen. Nagenoeg driekwart van huid en spanten worden vervangen, maar kop en kont blijven intact.
Nu heb ik weinig affectie met nieuw gebouwde platbodems.
De sfeer van jarenlange vaarhistorie van een schip is voor mij een wezenlijk onderdeel van het platbodem-vaargenot. (J. Geise)
Joost Geise spoort de familie Hoffman op en legt een schat aan informatie bloot bij de kleinzoon: Louis. Ook de gesprekken met mevrouw Van de Walle – Biermans, de echtgenote van de kleinzoon van de derde eigenaar, en met ‘Chas’ Mermans die de archieven van de RYCB opengooit, leveren waardevolle informatie op over de Georgette / Wulp in haar Antwerpse hoogdagen.
Prinses admiraal Magriet
Dat leidt tot de publicatie van “De Wulp: Historie, Teloorgang en Wederopstanding”, het boek naar aanleiding van haar honderdste verjaardag in 2012. Daarin blinkt de auteur uit in de chronologische historie van het schip en haar vaartochten en wedstrijden. Maar ook in het documenteren van -wat zonder overdrijven- een monsterrestauratie blijkt te zijn die de grandeur van dit jacht terugbrengt. Een werk dat trouw en tegen de klok werd uitgevoerd want de Wulp moest en zou fungeren als admiraalsschip van Sail Rotterdam in september 1990. H.K.H Prinses Magriet neemt dan van uit de kuip van de Wulp de vlootschouw af.
Panta rhei, ouden menei
Na deze fascinerende omzwervingen, na perioden waar de bemanning gelukzalige en mindere momenten met de Wulp heeft beleefd, na een uitermate grondige restauratie vindt Joos Geise dat het tijd is voor iets nieuws. De Wulp is te koop aangeboden via www.dirkblom.nl
Het boek “De Wulp: Historie, Teloorgang en Wederopstanding” is verkrijgbaar bij de Nautische Boekhandel L.J. Harri, Prins Hendrikkade 94-95, 1012 AE Amsterdam (telefoon (+31) 20 624 8052, ljharri@xs4all.nl (https://observator.nl/)
De Lemsteraak
Wordt ook als Lemmeraak vermeld. Half open rondspant zeilend vissersschip uit de categorie van schepen met kromme of gebogen voorsteven. De voorste helft van het schip heeft meer volume door breedte, en dekhoogte dan het achterschip. Aanvankelijk zat vooraan de visbun. Later is die ruimte geknipt gebleken voor de kajuit(en).
Het voorschip is daarom ook breder, voller en hoger dan het achterschip. De waterlijn hebben de vorm van een langgerekt, over de lengte doorgesneden ei. De Lemsteraak voert kenmerkende lange, smalle zeezwaarden. De aak-types herkent men ook aan de redelijk bolle boeg, in tegenstelling tot de steven-types met een redelijk scherpe boeg.