Meer toezicht op registratie, het dragen van het reddingsvest en de verplichte uitrusting

De overheid trekt aan de scheepsbel. De pleziervaartregelgeving is nu 5 jaar in voege maar de inspecteurs stellen nog steeds vele inbreuken vast.  Nochtans gaat het om ieders veiligheid en een correct, respectvol en aangenaam gedag op het water. Wie kan daar tegen zijn? 

De meest voorkomende inbreuken

  • Niet geregistreerde zwaardboten en sportcatamarans (eenheidsklassen).
  • Het niet (correct) dragen van reddingsvesten.
  • Veiligheidsuitrusting niet volgens de voorschriften van de vaarzone of niet in orde.

Registratie

Alle vaartuigen (*) vanaf 2.5 meter moeten geregistreerd zijn en dus een registratienummer tonen. Dus ook eenheidsklassen die buiten vaarzone 0 (nul) varen. De overheid gebruikt in deze context de beschrijving kleinzeilerij, dat wil zeggen zeilboten en zeilmultihulls tot 6,5 m, zonder kajuit of motor.  

Zone 0 (zero) bevat meren of plassen die niet in verbinding staan met vaarwater en/of zee. Deze meren of plassen zijn bvb Galgenweel, Broechem, Gavermeer, Plate Taille, Butchenbach  enz. Heb je een Cadet, ILCA, RS -Aero, Snipe, Fireball, Vaurien, 420 of andere eenheidsklasse zwaardboot op het Galgenweel en vaar je er wedstrijden buiten vaarzone 0 zoals op zee mee, dan is de registratie verplicht.

Uitzondering: Organisatoren van zeilwedstrijden en andere events (sport- en ontspanningsactiviteiten in groepsverband) aan de kust moeten een vergunning aanvragen. Klik hier voor meer info Bij die aanvraag kan een derogatie aangevraagd worden op de registratieregel. De overheid bekijkt of die afwijking haalbaar is of niet.  Het is echter aan te bevelen om alle boten uit de vloot individueel te regulariseren en te registreren

De registratieprocedure is sterk vereenvoudigd en de administratie beperkt. Alles kan in amper 15 minuten online gebeuren.
Het CE-attest voor vaartuigen van voor 2020 is niet meer verplicht. Voor vaartuigen van na 2020 volstaat  een foto van het CE-attest of HIN-nummer. De eigendomsverklaring kan bij gebrek aan aankoopdocumenten op eer gedaan worden. De registratie kost € 35,- en blijft vijf jaar geldig. Indien er geen wiijzigingen optreden qua eigenaar bv. dan zal ze kosteloos voor vijf jaar verlengd worden

Alle informatie over-  en toegang tot online registeren

(*) Een  aantal uitzonderingen zoals kajaks, sups en vaartuigen voor brandingssporten daargelaten.

Last but not least: diverse verzekeringsmaatschappijen vermelden in hun voorwaarden dat het vaartuig moet voldoen aan alle vigerende regelgeving, en dus valt registratie daar ook onder. Het zou jammer zijn om uitgesloten te worden van een schadevergoeding bij vaststellling van niet-registratie.


Reddingsvesten

Automatisch reddingsvest

Het dragen van een reddingsvest is verplicht op zee en in de zeehavens.

ALTIJD

  • Op alle vaartuigen door kinderen tot en met 12 jaar
  • Op kleine vaartuigen tot 6,5 meter LOA
  • Tussen zonsondergang en zonsopgang
  • Bij een golfhoogte van meer dan een (1) meter
    (Check: Meetnet Vlaamse banken https://meetnetvlaamsebanken.be/)
  • Tussen 16 oktober tot 15 mei – de wintermaanden – door alle opvarenden

Voor (zeil)wedstrijden gelden bovenstaande voorschriften. Door de band stipuleren de wedstrijdbepalingen dat de voltallige bemanning een reddingsvest moet dragen wanneer de code vlag Y (Yankee) voor de start wordt getoond.  Meestal wordt dit ook in de Notice of Race (NOR) of wedstrijdaankondiging en/of Sailing Instructions (SI) of wedstrijdvoorschriften vermeld.

De FOD-Inspecteurs gaan nauwer toekijken vanaf de dienstschepen van de SPN, in de haven maar nu ook vanaf de wal en vanaf de staketsels van Nieuwpoort, Oostende en Blankenberge. Bij vaststelling van inbreuk krijgt de eigenaar van het pleziervaartuig een proces verbaal toegestuurd.

Zwemvest is geen reddingsvest

Zwemvest

In globo dient een zwemvest met beperkt drijfvermogen (50 Newton) als hulpmiddel om te blijven drijven. Een reddingsvest is een hulpmiddel met aangepast drijfvermogen (100N – 275N) dat in alle omstandigheden verdrinking van de drager voorkomt. Het drijfvermogen van beide vesten moeten in verhouding staan tot het lichaamsgewicht van de drager.

Het reddingsvest houdt het hoofd van de drager steeds met het aangezicht boven water.  Reddingsvesten hebben harde drijflichamen aan de borstzijde en achter de nek. Automatisch opblaasbare reddingsvesten hebben doorgaans asymmetrische drijflichamen die na de val in het water in enkele seconden opblazen. Zo wordt de drenkeling meteen op zijn rug gekanteld.  Ook als die bewusteloos voorover in het water terecht komt. Het deel achter de nek helpt het hoofd zo hoog mogelijk boven water te houden.
Met aangepast drijfvermogen is het reddingsvest ook geschikt voor dragers met zwaardere kleding (zeilpakken, onderkleding). Het kan ook uitgerust worden met extra’s zoals noodverlichting, PLB’s, lifeline, fluitje, en/of een spatwaterkap.
Draag een reddingsvest steeds correct, dus nauw aansluitend over de kleding, gebruik de kruisriem en laat het jaarlijks controleren.   

Uitrusting

De uitrustingseisen die de overheid stelt hangen af van:

  • Het gebruik van het vaartuig (privé of bedrijfs- en beroepsmatig)
  • Het type vaartuig (doorgaans voor jachten tot 24 m. LOA maar ook voor zwaardboten, waterscooters ed.)
  • De zone waarin u wilt varen (van zone 0 tot zone 7  waarbij 0 = niet verbonden plassen en meren en 7 = voorbij 200 zeemijl van de kust.)
  • De registratie van het vaartuig  voor varen op zee OF op binnenwater en zee.

Er gelden zwaardere voorschriften voor vaartuigen die voor bedrijfs- en beroepsmatig gebruik zijn geregistreerd.


Toezicht

De FOD-Mobiliteit / Scheepvaart / Pleziervaart benadrukt dat deze regels zijn ingevoerd om de veiligheid van de pleziervaartuigen en de opvarenden te maximaliseren.

Het toezicht is in eerste plaats sensibiliserend  bedoeld. Maar bij herhaalde inbreuken of wanneer bij controle meerdere anomalieën worden vastgesteld kan een Proces verbaal opgesteld worden dat door de dienst Administratieve Boetes van de FOD  wordt gewogen. In dit hele proces is verhaal mogelijk.

Zowel bij de waarschuwingen als bij de boetes heeft de eigenaar van het vaartuig dus recht op verhaal. In de praktijk krijgt de schipper een redelijke termijn om het euvel te herstellen en/of in orde te maken.
Grove verwaarlozing, herhaalde inbreuken of niet aangetoond herstel leiden tot zwaardere boetes.