Vakantiereis: Solo met een daysailer door de Duitse Bocht naar Cuxhaven
We vroegen enkele leden naar hun indrukken van de voorbije vaarvakantie. We kregen enthousiaste, uiteenlopende en vooral inspirerende reacties. Sebastian Steinbarth bijt de spits af in deze nieuwe reeks met zijn soloreis van de Oosterschelde naar Cuxhaven.
(Lees verder onder de foto)
De Duitse Bocht? Die kennen vele zeilers als de aanlooproute naar de Oostzee. Sebastian Steinbarth deed voorbije zomer Cuxhaven aan. “Ik heb met die plek een bijzondere, persoonlijk band.” Zegt hij. “Mijn ouders hebben er een appartement en brengen er elk jaar de zomer door. Eind juli vierde mijn vader er zijn 80ste verjaardag. Dus reden genoeg om de tocht door de Duitse Bocht te wagen. Solo. Dat doe ik het liefst. Daar is mijn boot voor gebouwd. Alleen de viervoeter mocht mee.”
Sebastian schreef zijn indrukken neer.
Tussen de depressies
De grootste uitdaging van de zomer was voor alle zeilers: het weer. Juli werd wekenlang bepaald door depressies met daartussen maar enkele ruggen van hoge luchtdruk. Sebastians’ tactiek was dus: achter een koufront, tijdens de periode met hoge luchtdruk, zo ver mogelijk varen en stoppen als de volgende depressie opkomt.
“De eerste stop op weg naar de Roompotsluis was al in Kats omwille van onweer. Vanaf de volgende morgen ging het havenhoppend verder: Scheveningen – IJmuiden (met tussenstop in Amsterdam) – Vlieland – Borkum – Cuxhaven.”
Kustlijn aanhouden
De navigatie vond hij niet te moeilijk.
Sebastian: “De duinenkust en later de Waddeneilanden aan stuurboord wijzen de weg. Ik heb gewoon de verkenningstonnen van de zeegaten gevolgd. De zeegaten zijn prachtig bij rustig weer zoals tussen Vlieland en Terschelllig.
Maar de hel bij harde wind en/of hoge, steile deining. Een goed plan B voor de Duitse kust: het Noordzee eiland Helgoland. De haven van Helgoland is bij alle omstandigheden goed bereikbaar.”
Voor zeilers die op de Westerschelde varen, is de passage van de Maasmond en de grote rivieren de Eems, de Jade en de Weser geen probleem. Er zijn aanbevolen oversteekplaatsen en je houdt best een koers aan waar de afstand voor de oversteek het kortst is. Melden via marifoon bij de verkeerscentrale geeft extra veiligheid.
Wonderlijk nachtzeilen
Sebastian: “Op de heentocht werd mijn dagzeiler eerder een nachtzeiler. Omdat er tussen de depressies de beste wind stond, heb ik vanaf IJmuiden meestal s’ nachts gevaren. Medio juli een supermooie ervaring. In de Duitse Bocht was ik van plan omwille van de sterke stroming in de monding van de Elbe met de vloedstroom mee naar Cuxhaven te varen.
Omdat de wind krachtiger was dan verwacht, was ik er alleen maar veel te vroeg. ‘s Nachts heb ik voor het Waddeneiland Langeoog meer dan vier uur tussen de vissersboten rondjes gedraaid. Om 4u ‘s ochtends kwam een sms binnen of ik de hond was aan het zoeken.”
Door het oog van de meteonaald
“Daarna werd het superleuk, maar ook een echte vuurdoop. De dag vooraf werd wind van achteren kracht 5 met windstoeten kracht 6 voorspeld. Nu verwittigde de verkeerpost: kans op onweer met windstoten kracht 8. Uiteindelijk werd het er iets tussen. Gelukkig geen onweer.
De beslissing om de Duitse Bocht alleen in te varen met stroming en wind mee was goud waard. De windrichting was perfect. In de vaargeul was het water altijd meer dan 12 meter diep. Dus ook met hoge golven geen probleem. De boot was permanent in plané. Spannend, maar vooral genieten.”
5 knopen gemiddeld
Bij de terugreis stond de wind perfect. Non-stop ging het van Cuxhaven tot Den Helder – meer dan 190 mijl. Er waren ‘s nachts tientallen vallende sterren en wat groen noorderlicht bij Borkum. Kon niet beter. In totaal 38 uur zeilen. Om 7u30 uur ‘s ochtends uit Cuxhaven met de ebstroom mee vertrokken, en de volgende dag met het laatste zonlicht om 21u30 in Den Helder afgemeerd.
“Pauzeren mocht niet omwille van de ColRegs (‘Elk vaartuig dient te allen tijde goede uitkijk te houden…’). Enige uitzondering: wat tijd maken voor de hond, die liefst binnen sliep.
Bij de Silverrudder in Denemarken, een leuke wedstrijd voor solozeilers, is de tijdlimiet om reglementair te finishen 50 uur. Dus: oefenen, oefenen, oefenen.
Meest belangrijk: gezond eten en geen energydranken. Anders lukt het niet. Bij de Silverrudder hebben de deelnemers een kookwekker aan boord. Als ze echt vermoeid zijn, stellen ze elke vijf minuten een alarm in. Dat was voor mij gelukkig niet nodig.”
Zeilen en blijven zeilen
Volgend jaar ben ik van plan door te varen naar de Oostzee. Dan met de nieuwe boot. Dit was helaas de laatste reis met de Nandou – heel geslaagd en een super mooie afsluiter. Belangrijkste ervaring: een leuke vakantietocht lukt ook op een dagzeiler met elektromotor. Er is alleen maar een goede planning nodig. Dit was geen enkel probleem. In tegendeel.
Meest belangrijk is volgens mij dat een elektromotor je vaargedrag verandert. Als de wind afneemt, hijs je de Code Zero of Gennaker. Een lichte boot als deze zeilt dan nog altijd. Dat is een leuk gevoel van vrijheid en geeft een echte boost.
Voorbereiding en opvolging
Sebastian rekende voor de navigatie op zijn elektronische kaartplotter. “Dan kan je op voorhand de waypoints bepalen. De AIS geeft vooral ’s nachts wat extra veiligheid – ook voor de ‘shore crew’ die me volgde.
Als plan B heb ik altijd een papieren kaart en een verrekijker klaarliggen en is er het kompas. De Facebookgroep ZeilNoord, gestart door de helaas veel te vroeg overleden Nederlander Rene Vleut, kan ik zeker aanraden aan iedereen die in de Duitse Bocht wil gaan varen.”